dinsdag 5 maart 2019

5897. Nummer 1 : En wat als we weer een gewoon gingen lesgeven?

En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven?
Een kwaliteitsaanpak voor scholen
Eva Naaijkens en Martin Bootsma
Uitgeverij : PICA / Huizen
Eerste druk, September 2018 
Aantal bladzijden: 182
ISBN 978 949 252 539 0
Prijs : 24,95 euro

Wat claimt de cover ?
In dit boek leggen Eva Naaijkens en Martin Bootsma uit hoe je werkdruk in je schoolorganisatie kunt verlagen en hoe je daardoor ruimte krijgt om je vakmanschap te ontwikkelen.
Daartoe hebben ze een kwaliteitsaanpak (Enigma) ontwikkeld. 
Veel voorkomende situaties worden gestroomlijnd, er wordt weinig vergaderd. Je komt weer aan je primaire taak toe. Lesgeven! En willen we dat niet allemaal.
Deze aanpak is geschikt voor iedere school omdat veel situaties universeel zijn. 

Over de schrijver(s)
Eva Naaijkens is schoolleider van de Alan Turingschool in Amsterdam. Zij heeft nu ruim 20 jaar ervaring in het basisonderwijs.
Martin Bootsma is teamleider en leraar op de Alan Turingschool. Hij heeft nu ruim 25 jaar ervaring. In 2011 was hij “Leraar van het jaar in het primair onderwijs.”
Ze hebben een bestaande basisschool getransformeerd tot een nieuwe school. Dit aan de hand van een door hen geschreven vernieuwend onderwijsconcept.

Eerste indruk:
Een lange titel die desondanks aanspreekt: de woorden “gewoon lesgeven” zijn geaccentueerd. Want willen we dat ondertussen niet allemaal?
De paarse steunkleur komt consequent terug. Voorbeelden en tabellen zijn daardoor makkelijk herkenbaar.
De spaarzame foto’s zijn niet de bekende stockfoto’s maar mooie zwart-wit foto’s die, zover ik kan zien, op de Alan Turing school gemaakt zijn. Het enthousiasme straalt er vanaf.

Recensie:
Alle scholen hebben dit schooljaar geld gekregen om de werkdruk te verlagen. Ze mochten zelf invullen hoe ze dit geld gingen besteden. Daar zijn heel creatieve en effectieve oplossingen voor gevonden. Op mijn school is bij bijvoorbeeld een collega aangenomen die steeds een dagdeel een groep draait zodat jij je administratie kan doen.
Dat is mooi en verlaagt mijn werkdruk zeker ..... maar het is nog geen echte oplossing van het probleem werkdruk. Je kunt spreken van een aspirientje. Valt de desbetreffende collega uit dan is de werkdruk er weer in volle omvang. Werkdrukvermindering vereist een grote cultuuromslag die geborgd is. Een oplossing voor de langere termijn.

Het boek bestaat uit 5 hoofdstukken met een onderling duidelijke opbouw:
1.    Tijd voor een nieuwe aanpak: waarom is er een nieuwe aanpak noodzakelijk? Theoretisch kader.
2.    De school zonder werkdruk: voorwaarde om tot de nieuwe aanpak te komen.
3.    Vakmanschap: de leraar centraal
4.    Bouwen aan de organisatie: opbouw en inhoud van de aanpak
5.    Invoeren van de kwaliteitsaanpak: implementatie en borging

In een school waar zeer goed onderwijs wordt gegeven zal, als het goed is, sprake zijn van een gedachtecollectief: Alle (!) deelnemers (al dan niet gespecialiseerd) werken intens en doelgericht samen naar oplossingen. De oplossing is vaak niet tot een enkele persoon te herleiden. 
Alan Turing heeft op deze manier met een aan groep mensen de Duitse Enigmacode gekraakt en de Tweede Wereldoorlog weten te bekorten.
De kwaliteitsaanpak in dit boek heet ook Enigma: samenwerken en samen doen vergroot de kans op succes.

Wat mij aanspreekt is dat de leraar in deze aanpak centraal staat. We zijn bezig onze plek terug te “veroveren”. Alles valt of staat namelijk met de kwaliteit van de man/vrouw voor de klas. Krijgen zij tijd en ruimte dan komt dat de leerlingen ten goede.

De aanpak richt zich op twee verschillende sporen:
1.    Vakmanschap en professionaliteit: de leraar centraal! Leraren die de ruimte krijgen hierin te ontwikkelen maken het verschil voor de leerlingen.
2.    Het vormen van de basis van je kwaliteitsaanpak. Dit betekent beschrijven van de processen die daadwerkelijk waarde toevoegen aan de school. En het goede borgen.

Oorzaken van hoge werkdruk:
1.    We hebben allemaal te maken met de papieren tijger.
            Administratie wordt als een last ervaren als ze als weinig zinvol, onhandig vormgegeven of slecht georganiseerd wordt ervaren. Voor mij persoonlijk heeft werkdruk alles met zingeving te maken.
2.    Onduidelijkheid over het curriculum; dit kan een gevoel van “tekortschieten” veroorzaken.
3.    Onduidelijkheden over passend onderwijs. (Dus niet het passend onderwijs zelf!)
4.    Schoolleiders die worden afgeleid van hun eigenlijke taak: het realiseren van goed onderwijs.
5.    Een schoolcultuur zonder helder doel. En dus zonder heldere richting.

We moeten ons het volgende realiseren: “Goed onderwijs krijgt vorm in de klas. Alle initiatieven die geen positief effect hebben op de leerlingen leiden alleen maar af, en zijn dus overbodig.” (blz 33) Sommige initiatieven lijken zinvol maar zijn eigenlijk weinig effectief. Ik probeer zelf altijd investering en rendement af te wegen. 

Een groot deel van de zaken die (op iedere) school gebeuren worden beschreven op kwaliteitskaarten. Deze zijn duidelijk en geven aan wat je wel en ook niet (!) moet doen. Zo wordt “nee” zeggen makkelijker.
Vooral eenvoudige situaties laten zich in deze kwaliteitskaarten beschrijven (denk aan het luizenprotocol).
Je hebt echter ook te maken met: moeilijker situaties, complexe situaties en soms zelfs chaotische situaties.
Dan is het zaak naar een manier te zoeken om de situatie te vereenvoudigen.
Er worden meer zaken die werkdruk en tijdsverlies veroorzaken onder de loep gelegd: 
·      Vergaderen (vaak weinig inspirerende, weinig vakinhoudelijke verplichte nummers na schooltijd), 
·      Briefings: Kan makkelijk vervangen worden door een Whatsappgroep. Ontspannen aan een werkdag beginnen is belangrijk.
·      Besluitvormingsprocedures: minder deelnemers en transparantie zijn hierbij de kernwoorden. Ook vertrouwen in elkaar en elkaars kennis is essentieel.
·      Al dan niet vereiste registraties. Er is bij de administratie een overlap met passend onderwijs. Hoe meer zorg (15% van de leerlingen) hoe meer administratie. Dus registreer niet (alles) van die overige 85%. Die registratie hoeft geen eenheidsworst te zijn. Een eigen format dat werkt verlaagt de werkdruk meer.
·      Ontwijk de waan van de dag en geef les vanuit je visie. Val daar steeds op terug. Zorg dus dat je de visie goed kent en onderschrijft.

De leraar (vakman of –vrouw) staat centraal. En iedereen kan een goede leraar worden. Je wordt niet als vakman geboren. Daar gaat jaren oefenen en schaven aan vooraf. Het boek gaat diep op dit vakmanschap in. Maar de rode draad is: blijf je ontwikkelen! Sta niet stil!
Expert-leraren binnen je team kunnen in deze ontwikkeling van vakmanschap een essentiële rol spelen. Haal de deskundigheid niet altijd van buiten …..

“Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte.” (Aristoteles)
Deze quote geeft in een notendop de organisatie weer bij Enigma.
Startpunt daarbij is het kerndoeldekkend curriculum.
Van hieruit formuleer je je ambities als schoolteam in de “ambitiekaarten”: wat wil je bereiken?
“Kwaliteitskaarten” geven de dagelijkse situaties die op iedere school voorkomen. Deze kaarten zijn een dynamisch geheel. Maar rode draad is dat ze houvast bieden en duidelijkheid.
Deze kaarten worden duidelijk aan de hand van voorbeelden in het boek uitgelegd. Er zijn ook duidelijke voorbeelden in de downloads bij het boek te vinden.
Ik werd speciaal getriggerd door de “kwaliteitskaarten voor leerlingen”. Deze hangen aan het prikbord en geven de kinderen in duidelijke stappen aanwijzingen over wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld: “Hoe maak ik aantekeningen?”

De kwaliteitskaarten zijn de zogenaamde “externe database” van processen. Ze geven houvast en richting en nemen naarmate de tijd vordert werk uit handen. Ze verlagen de werkdruk derhalve. Als het systeem goed loopt kunnen ze vergaderingen grotendeels vervangen en dat is iets dat we allemaal wel willen. Niemand vindt vergaderen leuk.
Omdat ze door iedereen “gedragen” worden zijn de kaarten geen keurslijf. Maar ….. vertrouwen in de opsteller(s) van de kaarten is essentieel. Zij zijn de experts.

Nederland is protocollenland. Scholen hebben protocollen, stroomschema’s en stappenplannen voor situaties die nagenoeg nooit voorkomen. Dat is verspilde moeite en energie. Protocollen bieden vaak een schijnveiligheid omdat de realiteit vaak niet in het protocol past. Derhalve kun je stellen dat niet iedere situatie in Enigma en de kwaliteitskaarten past. 

In het laatste hoofdstuk is er uitgebreid aandacht voor de implementatie van Enigma. Dit is uitgewerkt in een duidelijk en haalbaar stappenplan. Hier kan iedere school mee aan de slag.
Omdat borging van dit soort zaken essentieel is en vaak een beetje een ondergeschoven kind is hier ook aandacht voor. En altijd weer met een praktische insteek vol voorbeelden.

Het boek eindigt met aandacht voor de belangrijke, onmisbare en essentiële rol van de schoolleider. “Ga op reis met je team!”

Conclusie
“En wat als we nu weer eens gewoon naar de boekhandel gaan?”

Ik recenseer veel boeken en moet me er soms toe zetten. Dat was in dit geval allesbehalve het geval. De eerste versie van deze recensie was 8 A4-tjes lang. Een beetje omvangrijk voor een recensie. Maar er zoveel te bespreken, zoveel te zeggen, zoveel te vinden. 
Dit boek MOETop het bureau van iedere directie liggen. 
Dit boek MOETiedere leerkracht minstens gelezen hebben. Wat een mooie en eenvoudige handreikingen die eigenlijk vaak zo logisch zijn. Waarom gebeurt het dan niet? Zelfs al gebruik je maar enkele handreikingen. 
Omdat we willen lesgeven. Omdat we dat het beste kunnen. Omdat de kinderen dat verdienen.
“Ga op reis met je team!” Deze reis is de moeite waard. Zeer de moeite waard. 

Bertus Meijer
September 2018 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten